Hans Vrijheid
Levensbeschrijving van Hans Vrijheid
Het begin |
|
|
Mijn ouders zijn daar blijven wonen tot eind 1996 toen overgang naar het verzorgingshuis in Maria Auxiliatrix noodzakelijk werd. Ik had daar een fijne jeugd in een bosrijke omgeving en daar werd dan ook mijn liefde voor de natuur gevormd. Als protestants jongetje naar een RK kleuterschool bij de zusters Ursulinen "onder aan de berg" was toen niet vreemd, zeker in een tijd dat men nog van een "bewaarschool" sprak. |
|
Op die kleuterschool hanteerden de zusters de Montessori methode en achteraf gezien bleek dat vrij uniek. Een ding is zeker en dat was dat we daar al een goed gevoel kregen voor vormen en maten. |
School met den Bijbel
Destijds werd er een strenge grens getrokken voor de toegang tot de lagere school, zodoende werd ik al spoedig 7 jaar in de eerste klas. Een late leerling werd dat genoemd. Ik kwam in september 1951 bij juffrouw van de Biezen en dat was een hele lieve juffrouw. Ik heb haar tijdens de reünie van 1979 (opening nieuw schoolgebouw) weer ontmoet. |
Wat schetste mijn verbazing toen ik haar een jaar later, tijdens de reünie van de Rijks Hogere Burgerschool weer ontmoette. Zij had HBS-B gedaan en deed in 1948 examen. Een universitaire studie lag in het verschiet, maar het zou anders uitpakken. Omdat er vlak na de oorlog een enorm gebrek was aan onderwijzers werd er vanuit de kerk een dringend beroep gedaan op middelbare scholieren om voor een loopbaan in het lager onderwijs te kiezen. Er werd daartoe een speciale spoedcursus in het leven geroepen en onze Sjaan gaf gehoor aan de oproep. Zo zien we haar dan in 1950 verschijnen op de School met den Bijbel (mogelijk zelfs een jaar eerder). |
Tijdens een reunie van de Rijks HBS in 2005 heb ik haar weer ontmoet (zie bijgaande foto)
De afstand van “boven de berg” naar school bedroeg 2 km en dat was reden voor mijn moeder om me het eerste jaar ook te laten overblijven. Na dat eerste jaar werd er verondersteld dat je tussen de middag even naar huis ging om te eten. Ik kan mij nog herinneren dat de middagpauze knap lang was toen. Wie herinnert zich nog de merkwaardige fonteintjes in de gang waar je op een soort ring moest drukken om een straal water te produceren die je, voorover gebogen in je mond kon laten lopen? |
Tijdens een speelkwartier werd er driftig gebruik van gemaakt. |
De tweede klas heb ik dan ook gedaan in een gehuurd lokaal van de ULO school in de Julianastraat bij het Rozarium. Daar kreeg ik juffrouw Mieke Helderman die we, vanwege haar enorme bos met haar, “Pruikentijd” noemden. Zij had een zwak voor een bepaalde jongen, ene Karel waarvan ik de achternaam niet meer weet. Als ze hem zag bij binnenkomst van de klas pakte ze hem vast en maakte een dansje met hem onder het zingen: “Oh mijn lieve Karel.....is toch zo'n parel.” Met de kennis van nu kun je je natuurlijk afvragen of dat gedrag wel didactisch verantwoord was. De foto is genomen in het Rozarium. Met ingang van dat leerjaar kwam Mara Harmsen in de klas, een meisje dat op mij een speciale indruk maakte. Zeker vanaf klas 5 viel dat de andere jongens op en daar werd ik fijntjes mee geplaagd. Zo werd ik eens gejonast en voor de voeten van Mara neergelegd. Na klas 6 ben ik haar uit het oog verloren. |
Klas 3 werd voor een deel gevolgd in de van Schelbergenstraat bij juffrouw Colijn met haar zware bril (jampot-glazen). Zij kwam uit Goes en had familie die in Zeeland zwaar was getroffen in februari 1953 (watersnood). Een belangrijk deel van dat leerjaar heb ik doorgebracht in een noodgebouw op de plaats waar nu het verzorgingshuis “de Meeuwbeemd” staat. Die noodgebouwen waren al eerder door de School met den Bijbel gebruikt, getuige de website foto uit 1948 (klas 5) waarop mijn zus Inge staat met meneer Veldman. |
Meester Slok was artistiek en veel moderner dan de andere leerkrachten. Zo was er veel ophef als zijn vrouw (of zijn vriendin?) met een kinderwagen kwam aanrijden om hem op te halen. Wat mij echter het meest is bijgebleven is het strafwerk dat hij ons gaf. Zo moest je “100 keer aftrekken” en het resultaat moest dan nul zijn (voorbeeld: 345 aftrekken van 34500). Eens had ik mijn strafwerk ingeleverd met slechts 1 regel: “345 keer 100 is 34500. 34500 min 34500 is nul”. Maar dat was nu niet de bedoeling en voor straf moest ik nu 200 keer aftrekken. Klas 4 was ook de klas waar we voor het eerst Ambonese kinderen zagen. Nu was ik al bekend met het fenomeen Indo vanuit het “tonnen-kamp” (zo noemden we de groep van nissen-hutten) vlak naast onze deur op de Kleine Heide, maar Ambonezen was toch iets nieuws.
|
|
Van die tijd is mij bijgebleven wat voor een spelletjes er werden gespeeld door de jongens. Buiten het obligate knikkeren werd er een taktisch spel gespeeld dat, als je op Wikipedia kijkt al oude papieren had.Vroeger heette dat pinkelen, maar ik vermoed dat wij er toen een variant op hadden gemaakt. Ook het “Muurbok-spel” vond ik geweldig en de Ambonese jongens waren daar heel fanatiek in. Dan waren er nog de stoutigheden met brandbare stoffen, zoals Aceton dat sommigen wisten te bemachtigen bij een lokale drogist. Daar werden sporen mee getrokken in het zand en dan aangestoken. |
En wie herinnert zich nog het bakkerswinkeltje op de hoek met de Panhuisstraat waar je nog voor een cent je hand mocht ophouden om daarin wat Wiebertjes te ontvangen? |
Klas 5 bij meester Veldman. Dat was een goede leraar, maar wel met ouderwetse degelijkheid. Hij was toen echter al aan het kwakkelen met zijn gezondheid en als hij weer eens absent was werd de tussendeur naar de klas met de Bruijn open gezet en werden we door “Bruintje de Beer” aan het werk gezet en af en toe gecontroleerd op vleit en gedrag. Het leren werd spannend nu we ook natuurkunde kregen met proefjes, zoals de “bol en ring van 's Gravesande”. |
Vanaf klas 5 kregen we schoolzwemmen in het Sportfondsenbad. Ook dat was weer een knap eind lopen en dat gebeurde in groepen. Ik heb daaraan minder leuke herinneringen. Zo waren er leerlingen die al zwemmen konden en er behagen in hadden om de beginnelingen “te dopen”. Als je dan bezig bent om je watervrees te overwinnen is dat natuurlijk funest. Ik heb dan ook pas laat in klas 6 zwemmen geleerd en diploma zwemmen was er al helemaal niet bij. Onvoorstelbaar eigenlijk voor een waterrat die ik later werd. |
Na de lagere school |
|
2) De padvinderij: Door ene meneer Warringa was er een protestantse verkennersgroep opgericht, Valuas. Daar heb ik zo'n twee jaar bij gezeten (Herten-patrouille), maar ben weggegaan omdat ik het te militaristisch vond worden. Op nevenstaande foto liggend op de grond, tweede van links ben ik. 3) Jeugdkerk. Ik was net van de lagere school af toen er een nieuwe leerkracht kwam, meester Overweg, een heel aardige man die naast de school ook een jeugdkerk oprichtte voor 12 jaar en ouder. Op zondag (ik weet niet meer of het elke zondag was) kwamen de geïnteresseerden bijeen in het “Gemeentecentrum”, een gebouw dat nu niet meer bestaat en vlak bij de St. Joriskerk lag. |
Meester Overweg wist er een boeiende bijeenkomst van te maken en dat heeft geduurd totdat ik met mijn moeder meeging naar de kerk (niet fanatiek overigens). Werkzame periode |
|
In 1963 werd ik uitgenodigd voor een officierskeuring in Amersfoort en dat was mij eerste kennismaking met wat me te wachten stond in de latere militaire dienst. In april 1964 kwam ik op bij de artillerie in Ossendrecht. Na een korte periode van basisopleiding werd ik overgeplaatst naar de Chassé kazerne in Breda waar ik werd opgeleid tot Commandant Radiogroep.Met de rang van Wachtmeester vertrok ik op 1 februari 1965 naar de legerplaats Oirschot waar ik terecht kwam bij de 12e afdeling veldartillerie (12AVA). Zoals gebruikelijk onthoud je alleen de interessante en leuke dingen en vergeet je voor het gemak de lange periodes van “duimendraaien”. |
Gelukkig had ik nog mijn studie, want die ging gewoon door. Terwijl anderen in de kroeg zaten zat wachtmeester Vrijheid vaak op zijn kamer te studeren. Toch kan ik zeggen dat deze diensttijd veel heeft betekend voor mijn sociale ontwikkeling. Per 1 januari zwaaide ik af en kon meteen weer beginnen op mijn oude afdeling bij Philips èn ik kon weer terecht, na een vertraging van 2 maanden bij mijn oude hospita. |
Verliefd, verloofd, getrouwd Na mijn dienstplicht ging ik naast mijn werk en studie wel eens uit. In Eindhoven heb ik Wil, mijn huidige vrouw leren kennen die als apothekers assistente werkte en eveneens op kamers woonde. Zij kwam uit Vorden, het 8 kastelen dorp in de achterhoek in Gelderland. In 1969 zijn we getrouwd, gingen wonen in Best en kregen 2 kinderen, eerst een dochter in 1970, gevolgd door een zoon in 1972. Een geweldig mooie periode mochten wij beleven met dat grut tot de problemen kwamen! Op de kleuterschool ontdekte men dat het met onze zoon Erik niet goed ging. Een lange periode van onderzoeken en veel ellende kwam er in het Pedologisch Instituut in Nijmegen uit dat Erik autistisch was met normale intelligentie. |
In die tijd bestond er nauwelijks professionele hulp en je moest als ouders alles maar zelf uitzoeken! (Tegenwoordig onbestaanbaar) . Ondanks het feit dat hij erg intelligent is kan de maatschappij hem niet gebruiken. Onze dochter Irina liep na haar HAVO en andere opleidingen in haar werk regelmatig vast en nader onderzoek wees uit dat zij waarschijnlijk PDD-NOS heeft (ook aan autisme verwant). Al met al zijn wij niet erg hoopvol ooit nog eens kleinkinderen te krijgen. Hobby's Muziek: Dwarsfluit maar door uiteenvallen van een ensemble kon ik de discipline niet meer opbrengen om regelmatig te oefenen. |
Computeren. Voor 1982 was ik nog zo fanatiek om zelf computers te ontwerpen en te bouwen en raakte al snel verstrikt in het vele programmeren (assembler) om er een bruikbaar operating syteem op te krijgen. Reden waarom ik al snel besloot een computer te kopen: De destijds beroemde “BBC computer” van Acorn, vooral bekend uit onderwijs kringen. Microsoft won echter de race en daarom kon ik er niet meer onderuit om rond 1992 over te stappen op een PC, vooral ook omdat die al geruime tijd op mijn werk standaard was. Nu programmeer ik niet meer en gebruik de PC als gereedschap. (Nu je ouder wordt merk je dat het aanleren van nieuwe programma's steeds meer tijd vergt en je daarom de neiging hebt om nieuwe technieken maar uit te stellen. |
Fotografie. Vooral door de aanschaf van een digitale camera heeft deze hobby een aardige vlucht genomen. Zo leg ik mij toe op het maken van sfeeropnames (“Lichten en luchten”), natuur i.h.a. met een accent op makro-fotografie. Daar naast leg ik natuurherstel programma's vast in reportages. Vrijwilligerswerk De Reünie van 13 april 2013 Hans Vrijheid 1951-1957 |