Hans Vrijheid

 

Levensbeschrijving van Hans Vrijheid

Het begin
Ik ben geboren op 9 oktober 1944 in Amsterdam tijdens "de Hongerwinter" met kenmerk de uithongering van de bevolking a.g.v. het leegplunderen door de Duitse bezetting.
In 1948 kwam ons gezin naar Venlo waar mijn vader al minstens 2 jaar bezig was met de wederopbouw van de zwaar gehavende stad.
"Op de berg" (Kaldenkerkerweg) waren wat bomen gekapt op de Kleine Heide en daar werden toen "luxe" noodwoningen gebouwd, z.g. Maycrete woningen (Engelse prefab).
In één daarvan kwamen wij te wonen.

     

 

 

 

 

 

 

 

      Mijn ouders zijn daar blijven wonen tot eind 1996 toen overgang naar het verzorgingshuis in Maria Auxiliatrix noodzakelijk werd. Ik had daar een fijne jeugd in een bosrijke omgeving en daar werd dan ook mijn liefde voor de natuur gevormd.

Als protestants jongetje naar een RK kleuterschool bij de zusters Ursulinen "onder aan de berg" was toen niet vreemd, zeker in een tijd dat men nog van een "bewaarschool" sprak.

 

     Op die kleuterschool hanteerden de zusters de Montessori methode en achteraf gezien bleek dat vrij uniek. Een ding is zeker en dat was dat we daar al een goed gevoel kregen voor vormen en maten.

School met den Bijbel

     Destijds werd er een strenge grens getrokken voor de toegang tot de lagere school, zodoende werd ik al spoedig 7 jaar in de eerste klas. Een late leerling werd dat genoemd.
Ik kwam in september 1951 bij juffrouw van de Biezen en dat was een hele lieve juffrouw. Ik heb haar tijdens de reünie van 1979 (opening nieuw schoolgebouw) weer ontmoet.
Wat schetste mijn verbazing toen ik haar een jaar later, tijdens de reünie van de Rijks Hogere Burgerschool weer ontmoette. Zij had HBS-B gedaan en deed in 1948 examen. Een universitaire studie lag in het verschiet, maar het zou anders uitpakken. Omdat er vlak na de oorlog een enorm gebrek was aan onderwijzers werd er vanuit de kerk een dringend beroep gedaan op middelbare scholieren om voor een loopbaan in het lager onderwijs te kiezen. Er werd daartoe een speciale spoedcursus in het leven geroepen en onze Sjaan gaf gehoor aan de oproep. Zo zien we haar dan in 1950 verschijnen op de School met den Bijbel (mogelijk zelfs een jaar eerder).
        Tijdens een reunie van de Rijks HBS in 2005 heb ik haar weer ontmoet (zie bijgaande foto)


Dat eerste leerjaar is mij nog goed bij gebleven door het overblijven: Leerlingen kwamen soms van heel ver, werden met de auto of met een busje gebracht en gehaald en konden tussen de middag in het lokaal van juffrouw Sjaan overblijven o.l.v. meneer Peters, de conciërge.

De afstand van “boven de berg” naar school bedroeg 2 km en dat was reden voor mijn moeder om me het eerste jaar ook te laten overblijven. Na dat eerste jaar werd er verondersteld dat je tussen de middag even naar huis ging om te eten. Ik kan mij nog herinneren dat de middagpauze knap lang was toen.

Wie herinnert zich nog de merkwaardige fonteintjes in de gang waar je op een soort ring moest drukken om een straal water te produceren die je, voorover gebogen in je mond kon laten lopen?

Tijdens een speelkwartier werd er driftig gebruik van gemaakt.
De school had 4 lokalen toen en dat bleek al snel te krap. De baby-boom zorgde ook bij de protestanten voor een grote aanwas van leerlingen.

 De tweede klas heb ik dan ook gedaan in een gehuurd lokaal van de ULO school in de Julianastraat bij het Rozarium. Daar kreeg ik juffrouw Mieke Helderman die we, vanwege haar enorme bos met haar, “Pruikentijd” noemden. Zij had een zwak voor een bepaalde jongen, ene Karel waarvan ik de achternaam niet meer weet. Als ze hem zag bij binnenkomst van de klas pakte ze hem vast en maakte een dansje met hem onder het zingen: “Oh mijn lieve Karel.....is toch zo'n parel.” Met de kennis van nu kun je je natuurlijk afvragen of dat gedrag wel didactisch verantwoord was. De foto is genomen in het Rozarium.

 Met ingang van dat leerjaar kwam Mara Harmsen in de klas, een meisje dat op mij een speciale indruk maakte. Zeker vanaf klas 5 viel dat de andere jongens op en daar werd ik fijntjes mee geplaagd. Zo werd ik eens gejonast en voor de voeten van Mara neergelegd. Na klas 6 ben ik haar uit het oog verloren.
 

Klas 3 werd voor een deel gevolgd in de van Schelbergenstraat bij juffrouw Colijn met haar zware bril (jampot-glazen). Zij kwam uit Goes en had familie die in Zeeland zwaar was getroffen in februari 1953 (watersnood). Een belangrijk deel van dat leerjaar heb ik doorgebracht in een noodgebouw op de plaats waar nu het verzorgingshuis “de Meeuwbeemd” staat. Die noodgebouwen waren al eerder door de School met den Bijbel gebruikt, getuige de website foto uit 1948 (klas 5) waarop mijn zus Inge staat met meneer Veldman.

Klas 4 bij meester Slok werd gevolgd in de vernieuwde school. Er waren 2 lokalen bij gebouwd, dwars op de hoofdas met de 4 lokalen en we kregen een heuse aula met een harmonium. In die aula werd een week-opening en week-sluiting gehouden waarbij alle leerlingen en leerkrachten bij waren betrokken. Dat waren plechtige momenten van gebed en zang.

                    Meester Slok was artistiek en veel moderner dan de andere leerkrachten. Zo was er veel ophef als zijn vrouw (of zijn vriendin?) met een kinderwagen kwam aanrijden om hem op te halen.
Wat mij echter het meest is bijgebleven is het strafwerk dat hij ons gaf.
Zo moest je “100 keer aftrekken” en het resultaat moest dan nul zijn (voorbeeld: 345 aftrekken van 34500). Eens had ik mijn strafwerk ingeleverd met slechts 1 regel: “345 keer 100 is 34500. 34500 min 34500 is nul”. Maar dat was nu niet de bedoeling en voor straf moest ik nu 200 keer aftrekken.

Klas 4 was ook de klas waar we voor het eerst Ambonese kinderen zagen. Nu was ik al bekend met het fenomeen Indo vanuit het “tonnen-kamp” (zo noemden we de groep van nissen-hutten) vlak naast onze deur op de Kleine Heide, maar Ambonezen was toch iets nieuws.

 

 

                 

 

 

 

 

        

Van die tijd is mij bijgebleven wat voor een spelletjes er werden gespeeld door de jongens. Buiten het obligate knikkeren werd er een taktisch spel gespeeld dat, als je op Wikipedia kijkt al oude papieren had.Vroeger heette dat pinkelen, maar ik vermoed dat wij er toen een variant op hadden gemaakt. Ook het “Muurbok-spel” vond ik geweldig en de Ambonese jongens waren daar heel fanatiek in. Dan waren er nog de stoutigheden met brandbare stoffen, zoals Aceton dat sommigen wisten te bemachtigen bij een lokale drogist. Daar werden sporen mee getrokken in het zand en dan aangestoken.
En wie herinnert zich nog het bakkerswinkeltje op de hoek met de
Panhuisstraat waar je nog voor een cent je hand mocht ophouden om
daarin wat Wiebertjes te ontvangen?
 

 

Klas 5 bij meester Veldman. Dat was een goede leraar, maar wel met ouderwetse degelijkheid. Hij was toen echter al aan het kwakkelen met zijn gezondheid en als hij weer eens absent was werd de tussendeur naar de klas met de Bruijn open gezet en werden we door “Bruintje de Beer” aan het werk gezet en af en toe gecontroleerd op vleit en gedrag. Het leren werd spannend nu we ook natuurkunde kregen met proefjes, zoals de “bol en ring van 's Gravesande”.
Sommige leerlingen, waaronder ikzelf volgden na de reguliere schooltijd Franse les bij de Bruijn en dat was behoorlijk serieus!
Klas 6 tenslotte was een klas waarin je door meester de Bruijn werd geleerd om zelfstandig te leren en in groepjes opdrachten uit te voeren. Spannend waren de natuurkundige proeven en de eerste kennismaking met de “tovenarij” van de scheikunde. Ik herinner mij nog hoe het schrijven met onzichtbare inkt het begin was voor mij om ook thuis proeven te gaan doen. Apotheek/ drogist van Rijn heeft heel wat spul aan mij verkocht toen!
Ook leerde je hoe je een postwissel moest invullen en de elementaire zaken die je als aanstaande volwassene nodig had.
En dan die testerij! Er bestond toen geen CITO maar de Bruijn had een psychologisch bureau ingehuurd om de leerlingen gedurende 1 of 2 dagen te onderwerpen aan een onderzoek.
Als gevolg van dat onderzoek werd ik ingedeeld bij leerlingen die extra werkopdrachten kregen en dat betekende veel huiswerk thuis en daar was ik niet van gecharmeerd.
Het afscheid van school was ongetwijfeld plechtig, maar daarvan herinner ik mij niet veel. Wel kregen we een Bijbeltje met opdracht in de kaft.

Lichamelijke opvoeding
Omdat wij niet beschikten over een gymlokaal moesten we om te gymmen een heel eind lopen, langs de Stalbergweg, de Hertog Reinoudsingel tot we bij de H. Familiekerk rechtsaf sloegen en over een landweg, de Wildveldstraat, door het open veld met tuinbouw naar de “Belletableschool” gingen. Die school voor zwak begaafden (tegenwoordig MLK en ZMLK) beschikte wel over een gymnastieklokaal met allerlei attributen. Daar kregen we dan onze oefeningen. Ik weet alleen niet meer of dat gemengd was of jongens apart.

  Vanaf klas 5 kregen we schoolzwemmen in het Sportfondsenbad.
Ook dat was weer een knap eind lopen en dat gebeurde in groepen. Ik heb daaraan minder leuke herinneringen. Zo waren er leerlingen die al zwemmen konden en er behagen in hadden om de beginnelingen “te dopen”. Als je dan bezig bent om je watervrees te overwinnen is dat natuurlijk funest. Ik heb dan ook pas laat in klas 6 zwemmen geleerd en diploma zwemmen was er al helemaal niet bij. Onvoorstelbaar eigenlijk voor een waterrat die ik later werd.

Na de lagere school
Na het verplichte toelatingsexamen, begon ik in 1957 in klas 1A, samen met Nelleke Lamens, Joke Timmerman en Ronnie van Hengel. Het is hier niet de plaats om veel over die tijd te schrijven, maar drie dingen wil ik wel noemen:
1) Het vak “Cultuurgeschiedenis van het Christendom”: Als protestant kreeg ik les van Ds. van de Poel (klas 1) en later van
Ds. Struys. Vooral die laatste bracht ons een hoop bij, tenminste te beoordelen aan de vele aantekeningen die ik nog heb.

 

   2) De padvinderij: Door ene meneer Warringa was er een protestantse verkennersgroep opgericht, Valuas.
Daar heb ik zo'n twee jaar bij gezeten (Herten-patrouille), maar ben weggegaan omdat ik het te militaristisch vond worden.
Op nevenstaande foto liggend op de grond, tweede van links ben ik.
3) Jeugdkerk. Ik was net van de lagere school af toen er een nieuwe leerkracht kwam, meester Overweg, een heel aardige man die naast de school ook een jeugdkerk oprichtte voor 12 jaar en ouder. Op zondag (ik weet niet meer of het elke zondag was) kwamen de geïnteresseerden bijeen in het “Gemeentecentrum”, een gebouw dat nu niet meer bestaat en vlak bij de St. Joriskerk lag.

Meester Overweg wist er een boeiende bijeenkomst van te maken en dat heeft geduurd totdat ik met mijn moeder meeging naar de kerk (niet fanatiek overigens).
In datzelfde centrum werd overigens later dansles gegeven door Jeanne van Rooy. Dat werd gestimuleerd door de HBS en gedragen door het kerkbestuur. Er was in die tijd niet veel te doen voor de jeugd die wat anders wilde dan het café bezoeken of de bioscoop.
Die dansles vond ik erg leuk en voor mij was dat het begin om eens "naar de meisjes te kijken", waar ik voordien veel te weinig oog voor had door de vele andere liefhebberijen.

Werkzame periode
Meteen in 1963 ging op kamers wonen in Eindhoven waardoor ik vrijwel alle contacten verloor in Venlo.
Een lange periode van studeren in de avonduren brak aan, de meeste studies op HBO niveau maar ook deeltijd cursussen op de TU/e. In april 1964 volgde er een onderbreking van 21 maanden a.g.v. de dienstplicht (zie hier onder).
Altijd ben ik werkzaam geweest in productontwikkeling, eerst in professionele recording en later in de medische hoek waar ik steeds mocht pionieren in nieuwe gebieden, zoals infrarood camera's, ultra geluid en later een van de grondleggers mocht zijn van de MRI scanner.
Op 1 november 2004 ging ik met pensioen (hogere beambten bij Philips gingen toen nog met 60 jaar met pensioen!).


Militaire dienst

         In 1963 werd ik uitgenodigd voor een officierskeuring in Amersfoort en dat was mij eerste kennismaking met wat me te wachten stond in de latere militaire dienst.
In april 1964 kwam ik op bij de artillerie in Ossendrecht. Na een korte periode van basisopleiding werd ik overgeplaatst naar de Chassé kazerne in Breda waar ik werd opgeleid tot Commandant Radiogroep.Met de rang van Wachtmeester vertrok ik op 1 februari 1965 naar de legerplaats Oirschot waar ik terecht kwam bij de 12e afdeling veldartillerie (12AVA). Zoals gebruikelijk onthoud je alleen de interessante en leuke dingen en vergeet je voor het gemak de lange periodes van “duimendraaien”.
Gelukkig had ik nog mijn studie, want die ging gewoon door. Terwijl anderen in de kroeg zaten zat wachtmeester Vrijheid vaak op zijn kamer te studeren.
Toch kan ik zeggen dat deze diensttijd veel heeft betekend voor mijn sociale ontwikkeling.
Per 1 januari zwaaide ik af en kon meteen weer beginnen op mijn oude afdeling bij Philips èn ik kon weer terecht, na een vertraging van 2 maanden bij mijn oude hospita.
 
Verliefd, verloofd, getrouwd
Na mijn dienstplicht ging ik naast mijn werk en studie wel eens uit. In Eindhoven heb ik Wil, mijn huidige vrouw leren kennen die als apothekers assistente werkte en eveneens op kamers woonde. Zij kwam uit Vorden, het 8 kastelen dorp in de achterhoek in Gelderland.

In 1969 zijn we getrouwd, gingen wonen in Best en kregen 2 kinderen, eerst een dochter in 1970, gevolgd door een zoon in 1972.
Een geweldig mooie periode mochten wij beleven met dat grut tot de problemen kwamen!
Op de kleuterschool ontdekte men dat het met onze zoon Erik niet goed ging. Een lange periode van onderzoeken en veel ellende kwam er in het Pedologisch Instituut in Nijmegen uit dat Erik autistisch was met normale intelligentie.
   
In die tijd bestond er nauwelijks professionele hulp en je moest als ouders alles maar zelf uitzoeken! (Tegenwoordig onbestaanbaar) . Ondanks het feit dat hij erg intelligent is kan de maatschappij hem niet gebruiken.
Onze dochter Irina liep na haar HAVO en andere opleidingen in haar werk regelmatig vast en nader onderzoek wees uit dat zij waarschijnlijk PDD-NOS heeft (ook aan autisme verwant).
Al met al zijn wij niet erg hoopvol ooit nog eens kleinkinderen te krijgen.

Hobby's
Muziek: Dwarsfluit maar door uiteenvallen van een ensemble kon ik de discipline niet meer opbrengen om regelmatig te oefenen.
Computeren. Voor 1982 was ik nog zo fanatiek om zelf computers te ontwerpen en te bouwen en raakte al snel verstrikt in het vele programmeren (assembler) om er een bruikbaar operating syteem op te krijgen. Reden waarom ik al snel besloot een computer te kopen: De destijds beroemde “BBC computer” van Acorn, vooral bekend uit onderwijs kringen. Microsoft won echter de race en daarom kon ik er niet meer onderuit om rond 1992 over te stappen op een PC, vooral ook omdat die al geruime tijd op mijn werk standaard was.
Nu programmeer ik niet meer en gebruik de PC als gereedschap. (Nu je ouder wordt merk je dat het aanleren van nieuwe programma's steeds meer tijd vergt en je daarom de neiging hebt om nieuwe technieken maar uit te stellen.
   

Fotografie. Vooral door de aanschaf van een digitale camera heeft deze hobby een aardige vlucht genomen. Zo leg ik mij toe op het maken van sfeeropnames (“Lichten en luchten”), natuur i.h.a. met een accent op makro-fotografie. Daar naast leg ik natuurherstel programma's vast in reportages.
Wandelen (zoals Pieterpad, Pelgrimspad, enz.) met mijn vrouw. Fietsen (lange afstanden) in mijn eentje waarbij het ontdekken van nieuwe landschappen bovenaan staan en natuurlijk de rust!

Vrijwilligerswerk
In onze kerkgemeenschap heb ik vele functies mogen bekleden, w.o. bestuur, pastoraat, catechese en liturgische vernieuwing.
Momenteel zit ik bij een afdeling van het IVN waar ik mede-oprichter ben van een planten werkgroep waar ik nu voorzitter van ben. Leuk om mijn liefde voor de natuur te combineren met een andere passie, lesgeven, die ik gedurende mijn loopbaan zo af en toe gestalte mocht geven.

De Reünie van 13 april 2013
Wat wordt het spannend! Ken ik de gezichten nog? Erg fijn dat 3 oud leerlingen het initiatief hebben genomen om die reünie te organiseren. En niet te vergeten die geweldig leuke en nuttige website! Ondanks de grote opkomst mis ik toch nog mensen waarvan ik had gehoopt dat ze zouden zijn gekomen, maar dat neemt niet weg dat ik mijn uiterste best zal doen om bij jullie contact gegevens te ontfutselen. Mijn hoop is dan ook dat voornoemde website een plaats van ontmoeting blijft en daarmee open staat voor allen die niet komen en de school toch een warm hart toedragen.

Hans Vrijheid

1951-1957